Meerboei

Meerboei

Een Meerboei systeem bestaat uit meerdere stalen boeien. De exacte configuratie is afhankelijk van de waterdiepte, veldeisen en omgevingsomstandigheden. Meestal is het een patroon van vier tot acht meerpunten die worden gebruikt om tankers aan te meren. Elk punt bestaat uit een stijve boei die met een ketting en een anker aan de zeebodem is afgemeerd. Het hoofddoel van elke boei is om te fungeren als ankerpunt voor de tanker om af te meren. De boeien zijn afgemeerd aan de zeebodem, daarom ligt de tanker zonder gebruik van eigen ankers.
Elke boei heeft een kettingtrosconstructie door het midden van de boeieenheid, die eindigt in een kettingstopper op het dek. De boeien zijn normaal gesproken voorzien van dubbele snelspanhaken om snel los te koppelen van de tanker. Trossen zijn aan het ene uiteinde verbonden met de boeg of achtersteven van de tanker en aan het andere uiteinde met de snelspanhaak van de boei.
Na het aanmeren aan de boeien kan de tanker beginnen met (off)laden door een onderzeese slangstreng aan te sluiten op het verdeelstuk van het schip. Het andere uiteinde van de slangstreng wordt aangesloten op de PipeLine End Manifold (PLEM), bevestigd aan de zeebodem of een andere pijpleiding die het product overbrengt van of naar een installatie die zich onshore of offshore bevindt. Mocht de tanker de ligplaats verlaten, dan wordt de slangstreng op de zeebodem gelegd om weer opgehaald te worden als de volgende tanker arriveert.

Ankerregeling- Er wordt een ankeropstelling ingezet om de boei met de zeebodem te verbinden. Voor elke boei voorspellen dynamische gedragsberekeningen het gedrag van de boei voor verschillende wind-, golf- en stromingsomstandigheden. Deze berekeningen bepalen de optimale ankerpootopstelling en de grootte van de verschillende ankerpootcomponenten.
De basiscomponenten van het ankerbeen zijn:

• Ankers of palen, afhankelijk van de bodemgegevens, om de ankerpoten met de zeebodem te verbinden
• Ankerketting:

• Chainstoppers om de ketting aan de boei te bevestigen